donderdag 9 januari 2014

Dwaallicht in de supermarkt

Ingezonden n.a.v. Koken en kopen met Kerst.

Net vóórdat ik via het toegangsdraaimolentje de voedsel-dwaaltuin wilde binnengaan werd ik aangesproken door onze 'derde buurvrouw van links'. ,,Hé, hallo zeg, wat doe jij nou hier, je doet toch nooit alleen boodschappen en je weet toch helemaal niet waar alles staat"? ,,Nee dat klopt, maar mijn vrouw heeft alle boodschappen in volgorde, naar de looproute langs de schappen, opgeschreven dus het moet een ‘fluitje van een cent zijn’. En, .....het muntje uit mijn sleutelbos heb ik voor de eerste keer gebruikt en je ziet het; die deed het want ik héb al een boodschappenkar! Ze glimlachte, maar adviseerde mij toch maar wat vaker samen met mijn vrouw boodschappen te gaan doen, en hier zodoende wat wegwijs te kunnen worden, want je weet maar nooit. Ze had volkomen gelijk. Ik zei haar gedag, en draaide me met kar en al door de mallemolen naar binnen. Ondanks het duidelijke boodschappenbriefje voelde ik mij toch binnen de kortste keren een dwaallicht en ik dacht, ,,had ik nu maar een boodschappen-Tom-Tom”. Ik werd er een beetje nerveus van maar aan de andere schichtig rondscharrelende klanten, voor het merendeel vrouwen, durfde ik niets te vragen want die voelden zich zo te zien, om wat voor reden dan ook, net zo min op hun gemak als ik maar dat gaf mij ook weer een beetje moed, en het gevoel: ,,je bent gelukkig niet de enige die het niet leuk vindt". Dat gold zeker ook voor een oude dame in een rolstoel, die ter hoogte van de spruitjes naast mij stond. Met een trillende, dunne arm en een bleke hand reikte ze naar de plastic zakjes van de groentekraam en ik zag meteen dat ze er veel te ver van af stond. Ik kon dat bibberende handje niet lang aanzien en vroeg even daarna: ,,Zal ik U even helpen mevrouw?". Het aanbod werd vriendelijk geaccepteerd en ze vond het erg aardig van mij. Liever had ik gezegd: ,,Sta op en wandel, pak een plastic zakje én Uw spruiten en ga naar de kassa", maar ja, die bevoegdheid heb ik helaas niet. Terwijl ik nog druk doende was uit te zoeken waar de bodem en/of de vastklevende bovenkant van het plastic zakje zat, en hoe het te openen, vernam ik ondertussen van de dame dat haar man met griep in bed lag maar ook dat zij zelf ernstig ziek was en binnenkort naar het ziekenhuis moest. Ai, dat wilde ik nu liever even niet horen maar gelukkig nam op dat moment, een blijkbaar bekend, iemand het gesprek van mij over en ik wurmde me weer in de onrustige boodschappen-verkeersstroom.